“Ik at 12 pizza’s, een brood en een bord spaghetti op één uur tijd. En dan
kotste ik er alles weer uit.” Bieke Vandenabeele, één van de bobsleemeisjes en
gewezen topzwemster, kreeg boulimie. “De druk om het perfecte gewicht te halen
werd een ziekte.” Bieke is geen uitzondering. Topsporters hebben 2 tot 3 keer
meer kans op een eetstoornis. Ook de mannen.
Niki Palms stortte zich na zijn sportcarrière in het schermen volledig op het
hardlopen. En dan ging het mis. “Ik ben 1m80 en woog nog 39 kilogram. Anorexia.
Ik heb me laten opnemen.” Daarvoor bestond zijn leven uit vaste schema’s: vroeg
opstaan, trainen, calorieën tellen, druk om te presteren en altijd weer de
weegschaal. “Soms flirt ik nog met de grens.”
“Coaches en topsportscholen moeten veel alerter zijn,” waarschuwt judoka
Gella Vandecaveye. Zij was de eerste die het taboe over haar boulimie doorbrak.
“Er waren twee gewichtsklassen in judo. Voor het ene toernooi moest ik afvallen,
voor het andere moesten er kilo’s bij. Dat zorgt automatisch voor problemen.” De
topsportwereld probeert wel: sinds maart bestaat er een ‘Meldpunt eetproblemen in topsport’. Maar tot nu liep er één reactie binnen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten