Zoeken in deze blog

zaterdag 15 februari 2014

Vanaf wanneer krijg je de stempel anorexia nervosa?

Eerst even iets rechtzetten: als je spreekt over een “stempel” dan betekent dat dat je iemand stigmatiseert. Wij zijn daar vanzelfsprekend radicaal tegen. Voor ons als zelfhulpgroep is het niet belangrijk of iemand een diagnose heeft of niet. Als iemand zelf ernstige problemen ervaart die lijken op een eetstoornis en als iemand daar hulp bij nodig heeft, dan zullen we hem/haar verder helpen. Op die manier kunnen we ook mensen bereiken voordat de ziekte al heel ernstig geworden is (en dus voordat iemand aan alle criteria voldoet).


 
Mensen kunnen dus wel een diagnose krijgen. Dat is iets anders dan een “stempel”. Een diagnose is de objectieve beschrijving van wat er met je aan de hand is. Zoals de dokter je ook een diagnose geeft van een griep of een kankergezwel.

De diagnosen voor psychiatrische stoornissen worden internationaal geregeld door de APA (American Psychiatric Association). Zij brengen een boek (DSM: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) uit waarin de meeste psychiatrische stoornissen worden omschreven en waarin de objectieve parameters in opgesomd staan waar iemand aan moet voldoen voordat de diagnose gesteld kan worden. In mei 2013 kwam een nieuwe versie uit, de DSM-V (vijfde versie), die voorlopig nog enkel in het Engels te verkrijgen is. Op de Nederlandstalige vertaling is het nog even wachten.
In de vorige versie DSM-IV-TR waren dit de criteria voor anorexia nervosa (code 307.1) waaraan iemand moest voldoen:

1.    Weigering om het lichaamsgewicht op een voor de leeftijd en lengte normaal niveau of daarboven te houden (bijvoorbeeld een gewicht van 85% van het normale niveau of het uitblijven van gewichtstoename waardoor het gewicht 85% van het normale niveau is).

2.    Intense angst voor gewichtstoename of dik worden, zelfs bij ondergewicht.

3.    Een stoornis in de wijze waarop het lichaam of het gewicht wordt ervaren, overdreven waarde hechten aan het lichaamsgewicht of de lichaamsvorm bij het vormen van een zelfbeeld of ontkenning van de ernst van het te lage lichaamsgewicht.

4.    Amenorroe bij vruchtbare vrouwen, in dit geval het uitblijven van minimaal drie opeenvolgende menstruele cycli. (De diagnose amenorroe kan ook worden gesteld als de ongesteldheid alleen optreedt na hormoonbehandeling.)

 

Er worden twee types onderscheiden:

1. Beperkende type

De mensen met dit type vallen voornamelijk af door diëten te volgen, te vasten en/of door overmatige lichaamsbeweging. Ze zijn in principe niet geregeld bezig met eetbuien of laxeren (zelfopgewekt braken, misbruik van laxeermiddelen, plaspillen of klysma's).

2. Purgerend type

De mensen met dit type hebben episodes van eetbuien en proberen te voorkomen dat het voedsel wordt opgenomen door zelfopgewekt braken en/of purgeermiddelen of klysma's. Het gedrag komt overeen met het gedrag van mensen die lijden aan boulima nervosa.


Een ander systeem dat door artsen wereldwijd gebruikt wordt is de ICD-10: de International Classification of Diseases.
De tiende editie van de International Classification of Diseases (ICD-10) is de internationale standaard voor het classificeren van ziekten, gebreken en andere gezondheidsproblemen, ontwikkeld door de World Health Organization. Hoofdstuk V van de ICD-10 bevat een classificatie van meer dan 300 psychische stoornissen en gedragsstoornissen. Het is bedoeld voor de algemene klinische praktijk, het onderwijs en de hulpverlening. Hierin staan ook fysieke aandoeningen zoals huidkanker, schimmels aan tenen, diabetes enz. vermeld. Het is met andere woorden zowel bedoeld voor het classificeren van fysieke als voor psychische problemen.


F 50.0: A disorder characterized by deliberate weight loss, induced and sustained by the patient. It occurs most commonly in adolescent girls and young women, but adolescent boys and young men may also be affected, as may children approaching puberty and older women up to the menopause. The disorder is associated with a specific psychopathology whereby a dread of fatness and flabbiness of body contour persists as an intrusive overvalued idea, and the patients impose a low weight threshold on themselves. There is usually undernutrition of varying severity with secondary endocrine and metabolic changes and disturbances of bodily function. The symptoms include restricted dietary choice, excessive exercise, induced vomiting and purgation, and use of appetite suppressants and diuretics.


Diagnostic Guidelines

For a definite diagnosis, all the following are required:

Body weight is maintained at least 15% below that expected (either lost or never achieved), or Quetelet’s body-mass index is 17.5 or less. Prepubertal patients may show failure to make the expected weight gain during the period of growth.

The weight loss is self-induced by avoidance of “fattening foods” and one or more of the following: self-induced vomiting; self-induced purging; excessive exercise; use of appetite suppressants and/or diuretics.

There is body-image distortion in the form of a specific psychopathology whereby a dread of fatness persists as an intrusive, overvalued idea and the patient imposes a low weight threshold on himself or herself.

A widespread endocrine disorder involving the hypothalamic-pituitary-gonadal axis is manifest in women as amenorrhoea and in men as a loss of sexual interest and potency. (An apparent exception is the persistence of vaginal bleeds in anorexic women who are receiving replacement hormonal therapy, most commonly taken as a contraceptive pill.) There may also be elevated levels of growth hormone, raised levels of cortisol, changes in the peripheral metabolism of the thyroid hormone, and abnormalities of insulin secretion.

If onset is prepubertal, the sequence of pubertal events is delayed or even arrested (growth ceases; in girls the breasts do not develop and there is a primary amenorrhoea; in boys the genitals remain juvenile). With recovery, puberty is often completed normally, but the menarche is late.

Differential Diagnosis

There may be associated depressive or obsessional symptoms, as well as features of a personality disorder, which may make differentiation difficult and/or require the use of more than one diagnostic code. Somatic causes of weight loss in young patients that must be distinguished include chronic debilitating diseases, brain tumors, and intestinal disorders such as Crohn’s disease or a malabsorption syndrome.

 

Geen opmerkingen: