Zoeken in deze blog

woensdag 16 mei 2012

Hoe kunnen vrienden helpen?

That's what friends are for...

Burt Bacharach wist het al:  vrienden spelen een cruciale rol in het leven van een mens.  Dit geldt voor iedereen, maar zeer zeker voor jonge meisjes die lijden aan anorexia.

Vertaling en samenvatting: Katleen

Voor deze adolescenten blijkt het immers zeer moeilijk om vriendschapsbanden op te bouwen en te onderhouden. Eerder onderzoek (Lacharité, 1991) toont aan dat de meisjes in deze leeftijdsgroep erg kwetsbaar zijn.  Een laag zelfbeeld en weinig vertrouwen in hun eigen capaciteiten leidt bij velen onder hen tot een gevoel van minderwaardigheid.  Ze hebben het gevoel dat hun vrienden altijd beter, mooier, slimmer zijn dan zijzelf. Een deel van deze meisjes gaat zich hierdoor afsluiten van de groep, en zich steeds meer terugplooien op zichzelf. In het jaar voorafgaand aan hun eetstoornis vinden ze nog maar moeilijk aansluiting bij hun vrienden en in verschillende gevallen wordt ook alle contact verbroken naargelang de ziekte vordert.

Nochtans hebben onderzoekers Nilsson en Hägglöf in 2006 reeds aangetoond dat een sociaal vangnet letterlijk van levensbelang kan zijn voor deze meisjes. In het Universitair ziekenhuis te Sherbrooke (Canada), waar deze jongeren soms tijdelijk opgenomen worden, is men dan ook met een speciaal interventieplan gestart om zowel de familie als de vrienden nauw te betrekken bij de behandeling. Een dergelijke aanpak werpt al snel zijn vruchten af, de patiënten komen vaak sneller bij in gewicht en deze gewichtstoename is blijvend.

In een eerste fase zijn het vanzelfsprekend de ouders die bij de behandeling betrokken worden.  De meeste meisjes die lijden aan anorexia blijven ook gewoon bij hun ouders wonen.
Tijdens verschillende ontmoetingen met psychiaters, psychologen en pediaters wordt een behandelingsplan opgesteld.  Voorafgaand aan dit plan zijn er een reeks evaluaties en observaties geweest. Zo worden zowel aan het meisje als aan haar familie diverse vragen gesteld, waardoor men een zicht kan krijgen op de factoren die de eetstoornis uitlokken of in stand houden. Nadien komt er ook iemand vanuit de kliniek bij de familie thuis. De ouders vinden zo bijstand in hun pogingen om terug controle te krijgen over het eetpatroon van hun dochter. Deze  hele eerste fase neemt ongeveer zes weken in beslag, en gebeurt zoveel mogelijk in de vertrouwde omgeving. Als een opname toch onafwendbaar is, wordt deze zo kort mogelijk gehouden (ongeveer twee weken). Men gaat er immers van uit dat het herstel moet gebeuren binnen de sociale en familiale context waarin het meisje leeft.

Tijdens een tweede fase worden zowel de ouders, de broers en zussen als de vrienden bij de behandeling betrokken. In aparte gesprekken met de ouders wordt geprobeerd om hen maximale ondersteuning te bieden. Aan de broers en zussen wordt gevraagd om hun zus zo veel mogelijk te steunen in haar gevecht tegen de eetstoornis. Vervolgens wordt de ontmoeting met de vriendenkring van de adolescente voorbereid.   

Deze ontmoeting met de vriendenkring vormt de derde fase in de weg naar herstel. Men wil de tiener uit haar sociale isolement trekken, haar terug vertrouwen geven in menselijke relaties. De derde fase omvat echter nog enkele andere aspecten. Er zijn gesprekken met de tiener apart, om haar aan te leren op een gezonde manier met eten om te gaan. De familie wordt ook nog steeds in het proces betrokken, met blijvende aandacht voor de ouders (aan hen wordt onder andere voorgesteld om er af en toe eens samen op uit te trekken. Hun relatie heeft vaak erg te lijden onder de ziekte van hun dochter, het is daarom belangrijk dat ze als koppel hun band versterken). Maandelijks worden dan ook de vrienden van het meisje betrokken in de weg naar herstel.

Hoe wordt het contact met de vriendenkring van het meisje terug hersteld? Tijdens een eerste contact worden zes à tien vrienden (en/of klasgenoten) van het meisje uitgenodigd. Er worden bij voorkeur ook meer meisjes dan jongens uitgenodigd, omdat jongens uit zichzelf minder open zouden zijn en meer gereserveerd. Het gesprek heeft meestal plaats bij de tiener thuis, in uitzonderlijke gevallen ook in het ziekenhuis. Hoe dan ook zijn de ouders en andere familieleden niet aanwezig tijdens dit eerste contact. De begeleider probeert tijdens een eerste gesprek, dat tussen de negentig minuten en de twee uur duurt, enkele algemene thema’s aan te halen, waarin iedere aanwezige zich kan herkennen (vaak zijn dat thema’s die verband houden met problemen op school, de moeilijkheden om je plaats te vinden binnen een groep, de competitiegeest die leeft onder tieners, enz.). Door de herkenbaarheid van de besproken thema’s worden de vriendschapsbanden beetje bij beetje hersteld. Het gesprek wordt dan ook vaak op een meer spontane manier voortgezet na het vertrek van de begeleider.
Tijdens verdere ontmoetingen, later in de derde fase van de behandeling, worden naast deze algemene thema’s ook de persoonlijke problemen van de adolescente besproken.   Er wordt wel telkens hetzelfde ritueel gevolgd als tijdens de eerste ontmoeting.

Om het belang van deze ontmoetingen te kunnen begrijpen, is het eerst en vooral belangrijk te weten dat er drie subgroepen te onderscheiden zijn bij jonge anorexiepatiënten. 

In een eerste subgroep vinden we de meisjes terug die het moeilijk hebben op sociaal gebied.  Ze komen vaak uit families die sterk op zichzelf zijn teruggeplooid en weinig binding hebben met het sociale leven in hun dorp of stad.  De ouders hebben meestal weinig oog voor de sociale noden en problemen van hun tiener.  Juist deze problemen hebben geleid tot het ontstaan van de ziekte.

De tweede subgroep bestaat uit jonge patiënten met ouders die erg beschermend zijn. De meisjes worden steeds goed in het oog gehouden, en de angsten van de ouders worden op hen geprojecteerd.  Hun ziekte (die later vaak overgaat in boulimie) is voor de tieners vaak een poging om zich te ontdoen van het juk van de ouders.

De derde groep ten slotte omvat de jonge meisjes die uit een ontwricht gezin komen (denk daarbij aan echtelijke problemen en/ of mentale ziekte van één van de ouders) en vaak geconfronteerd worden met psychologisch geweld.  Als deze meisjes op de één of andere manier problemen krijgen met hun vrienden, dan hebben ze de neiging zich terug te plooien op zichzelf.  Ze zijn te onzeker en kwetsbaar om zich open te stellen voor nieuwe vriendschappen en hebben maar weinig vertrouwen in relaties.  Deze meisjes hebben het vaak erg moeilijk hun ziekte te overwinnen. 

Het lijkt voor de hand liggend dat de interventie van de vriendengroep de grootste impact heeft bij de eerste groep jonge patiënten. De meisjes krijgen bevestiging van hun leeftijdsgenoten, wat voor een groot stuk bijdraagt tot hun herstel. Het herstel en de sociale integratie zijn vaak blijvend.

In de tweede en derde groep zijn de resultaten minder spectaculair; hier spelen immers ook familiale factoren een grote rol.  Deze factoren staan vaak een definitief herstel in de weg. De patiënten uit deze groep hervallen dikwijls in hun eetstoornis. De confrontatie met hun nieuwe gewicht leidt in vele gevallen ook tot boulimie. Nochtans hebben we ook kunnen vaststellen dat deze meisjes, dankzij het betrekken van de vriendengroep bij hun behandeling, meer zelfvertrouwen krijgen en stilaan leren omgaan met de problematiek die aan de basis lag van het ontstaan van hun eetstoornis.

We kunnen dan ook concluderen dat de vriendengroep een belangrijke rol mag en moet spelen in de behandeling van jonge anorexia patiënten. Vrienden zijn er immers ook om van de slechte tijden waarin we ons soms bevinden, mee goede tijden proberen te maken. 


Oorspronkelijk artikel:
Pauzé, R., Couture, J., Lavoie, E., Pesant, C., Beauregard, C., Mailloux, S., & Mercier, M. (2008). L’intervention auprès du réseau d’amies et d’amis des adolescentes anorexiques. Cahiers Critiques de Thérapie Familiale et de Pratiques de Réseaux, Vol. 40, p. 131-151.

Geen opmerkingen: