Mijn eetstoornis is verleden tijd,
want ik ging er een gevecht mee aan en won de bikkelharde strijd!
Mijn ouders in een
vechtscheiding, gepest door leeftijdsgenoten, een oudere zus die me leerde
snoepen, maar voor de rest niet naar me omkeek, een veel jongere broer die alle
aandacht kreeg, geen vrienden en als druppel die de emmer deed overlopen een
jongen uit mijn klas waar ik een verliefdheid voor voelde die me ‘de dikste van
de school’ had genoemd. Ik was mollig ja, maar ik was niet de dikste en toch
waren het mede die woorden die ervoor zorgden dat ik minder begon te eten, en
meer begon te drinken en te bewegen en zo begon af te vallen. Complimenten
zoals ‘Je ziet er goed uit’ en meer aandacht van leeftijdsgenoten maakten me
blij, maar het geluk was er nog niet, mijn leven was nog steeds een puinhoop
van emotionele ellende. Ik was heel alleen en kon zelfs mijn ouders niet
vertrouwen. Ze logen over elkaar en maakten elkaar zwart. Ik had ook nooit
geleerd sociaal te zijn, ik had nooit echte vrienden gehad en was altijd anders
dan de anderen: dikker, slimmer, ik had geen leuke kleding en ik was een stille
water met een muur om zich heen…
Een half jaar later
veranderden de complimenten in angstige blikken. Ik was plots de magerste van
de klas, meer nog, ik werd skelet genoemd en mijn lichaam was een wrak. Koude
blauwe handen, niet meer in staat te kunnen slapen, haaruitval, geen energie
meer. Ik at nauwelijks nog iets en als ik iets at dan kauwde ik er enkel op en
slikte het niet door nadien maar spuugde het stiekem uit. Anorexia Nervosa had
me in haar macht en ik wist het op dat moment nog niet . Ik was amper 12 jaar
en ik wilde niks meer consumeren, zelfs geen water meer. Ik voelde me wel goed,
want ik had controle over wat ik deed, ik had een houvast. Het was de enige
houvast die ik had.
Lang duurde het, voor
mijn ouders eindelijk ingrepen. Toen ik in de zomervakantie opgenomen werd in
het ziekenhuis zeiden de dokters dat ik geluk had dat ik nog leefde en zou
sterven als ik niet meteen begon te eten.
Dus ik at, ik was blij dat ik eindelijk lekker eten kreeg, iets dat ik
thuis nauwelijks nog kreeg, maar ik wilde niet teveel eten want ik dacht dat ik
ging opzwellen en op één week tijd 5 kilo ging bijkomen. Eerst kwam ik goed bij
maar na een paar weken bleef ik hangen ondanks dat ik terug bijna normaal at.
Ik was er niet graag en wilde er weg, maar ik was ook niet graag thuis. Ik zat
er een maand en kwam niks meer bij. Toen ik eindelijk hoorde hoeveel ik moest
wegen om naar huis te mogen begon het, ik begon te vreten want ik wilde daar
weg. En het lukte me om naar huis te mogen net voor het nieuwe schooljaar
begon, maar ondertussen had ik boulimia ontwikkeld. Ik ging niet meer terug bij
dokters want mijn ma vond dat te duur en te ver. Ik hoor haar zo nog zeggen
toen ik naar huis mocht “Weet je wel hoeveel dit me gekost heeft?”. Ze was
gewoon geobsedeerd door geld, zelfs op gezondheid stond een prijs bij haar. En
ze zag ook niet wat ik had, ze ging beweren dat ik enkel een appel at, terwijl half
haar keukenkasten waren leeg geroofd door mij. Dokters geloofden alleen haar en
daarom wilde ik ook niet terug. Na een daling van mijn gewicht steeg het terug,
door het vreten en ik werd weer de mollige meid van voordien, maar doordat ik
een aantal jaar nadien ook begon te bewegen naast mijn vasten (braken deed ik
niet), kreeg ik een mooi normaal lichaam. Ik had echter nog steeds boulimia.
Toen al 4 jaar.
Op mijn 17e leerde ik
mijn eerste vriend kennen, maar die had een half jaar met mijn voeten gespeeld
en me nadien harteloos gedumpt omdat hij zich niet kon binden. Ik gaf mezelf de
schuld en zat net mijn eerste jaar op kot. Universitaire studies waren te
moeilijk en ik stopte ermee en toen heb ik een half jaar gewoon thuis gezeten
omdat ik pas in september erna hogeschool mocht beginnen. Ik was terug beginnen
afvallen want ik at steeds minder in een vreetbui, ik voelde me terug goed. Ik
zag er beter uit, klaar voor een nieuwe relatie en die kwam er ook, net voor ik
begon met hogeschool.
Mijn huidige vriend
heeft me altijd gesteund. Van in het begin had ik hem verteld dat ik een
eetstoornis had gehad, maar hij wist toen nog niet dat ik ze nog steeds had.
Alles was goed in mijn leven, nieuwe studies, nieuwe vriend en ik moest niet
meer terug naar mijn familie want ik kon bij mijn vriend gaan elk weekend. Hij
was zo lief, maar anorexia nervosa maakte me zo koppig. Ik was afgevallen en
zijn moeder sprak er me op aan. Zijn lieve blik veranderde in een bezorgde en
de pogingen van hem en zijn ouders om me te helpen bij te komen mislukten keer
op keer. Ik werd weer extreem mager en mijn vriend werd afstandelijker. Hij kon
er niet mee om, maar is me wel blijven steunen ondanks het feit dat hij mijn
lichaam niet meer aantrekkelijk vond.
Hij deed me beseffen
dat ik sterker moest zijn, maar ik zat niet graag op kot en mijn ouders vielen
me nog steeds lastig en ik miste hem zo hard als ik niet bij hem was. Bij hem
kon ik wel normaal eten, maar elders niet! We zouden gaan samenwonen en ik
beloofde hem dat ik dan goed zou kunnen bijkomen, iets dat nog niet lukte toen
ik een maand bij hem en zijn ouders had gewoond net ervoor. Door mijn studies
wist ik alles over voeding en het nut ervan en ik was zeer begaan met mijn
gezondheid. Ik ging mijn voedingspatroon objectief bekijken en besefte: dit is
onvoldoende om gezond mee te kunnen zijn!! Dus ik paste mijn voedingspatroon
aan en ging meer en gezonder eten en zo kwam ik bij, zonder me druk te maken
over de kilo’s die erbij kwamen. Ik bewees aan mijn vriend dat ik sterk was en
dat ik AN onder controle had en niet zij mij. Ik at terug normaal en kon terug
genieten van lekker eten, maar mijn gewicht steeg niet voldoende meer. Ik kreeg
terug problemen met mijn vriend want hij vertrouwde me niet als ik zei dat ik
wel genoeg at. Dus we gingen naar de dokter want ik had geen normale stoelgang
meer.
Ik bleek besmet te
zijn met een amoebe die ik had opgelopen op reis. Dat verklaarde het moeilijk
bijkomen, maar eens die weg was bleef het moeilijk gaan. Ik voelde me zo
onbegrepen, want iedereen dacht dat ik niet goed at en daardoor niet bijkwam,
iedereen dacht dat ik nog steeds een eetstoornis had terwijl die ondertussen al
meer dan een half jaar weg was, mentaal weliswaar. Onderzoeken bleken normaal
te zijn en een jaar later kreeg ik de diagnose: prikkelbare darm syndroom. Nu
ben ik 22. Mijn stoelgang is nog steeds niet normaal en ik heb nog een halve
kilo ondergewicht waardoor bepaalde dingen in mijn lichaam nog steeds niet goed
zijn. Haaruitval en koud hebben is, hoewel het sterk verminderd is, nog steeds
aanwezig. En in mijn bloed is enkel mijn hormonenspiegel nog niet zo goed.
Aangezien mijn vriend en ik nu een kindje willen is dat weer een barrière in
ons geluk, maar nu vervloek in die eetstoornis niet ervoor, maar mijn darmen.
En ik ben gelukkig nu, ik kan genieten, mijn vriend heeft me leren genieten en
leren het verleden loslaten. En als er moeilijkheden in mijn leven zijn nu, dan
kan ik er mee om. Ik kan vechten en ik hou vol in moeilijke tijden en als mijn
vriend nu zegt “Alles komt wel goed, schat”, dan weet ik ook dat ik hem kan
geloven. Mijn kennis over voeding en mijn wil om te genezen en om te bewijzen
dat ik genezen ben, gecombineerd met zijn steun hielpen mij doorheen mijn
eetstoornis. En als er nu nog mensen zijn die me niet geloven, wel die kunnen
de boom in, want ik weet dat het voorbij is, ik ken de waarheid en dat is voor
mij het belangrijkste! En ik weet dat alles goed komt, al moet ik er heel hard
voor werken, alles komt altijd goed. Misschien niet exact hoe ik het wil, maar
wel aanvaardbaar goed!
Anonym
Geen opmerkingen:
Een reactie posten