Zoeken in deze blog

dinsdag 15 mei 2012

Mijn verhaal


Mijn ouders in een vechtscheiding, gepest door leeftijdsgenoten, een oudere zus die me leerde snoepen, maar voor de rest niet naar me omkeek, een veel jongere broer die alle aandacht kreeg, geen vrienden en als druppel die de emmer deed overlopen een jongen uit mijn klas waar ik een verliefdheid voor voelde die me ‘de dikste van de school’ had genoemd. Ik was mollig ja, maar ik was niet de dikste en toch waren het mede die woorden die ervoor zorgden dat ik minder begon te eten, en meer begon te drinken en te bewegen en zo begon af te vallen. Complimenten zoals ‘Je ziet er goed uit’ en meer aandacht van leeftijdsgenoten maakten me blij, maar het geluk was er nog niet, mijn leven was nog steeds een puinhoop van emotionele ellende. Ik was heel alleen en kon zelfs mijn ouders niet vertrouwen. Ze logen over elkaar en maakten elkaar zwart. Ik had ook nooit geleerd sociaal te zijn, ik had nooit echte vrienden gehad en was altijd anders dan de anderen: dikker, slimmer, ik had geen leuke kleding en ik was een stille water met een muur om zich heen…

Een half jaar later veranderden de complimenten in angstige blikken. Ik was plots de magerste van de klas, meer nog, ik werd skelet genoemd en mijn lichaam was een wrak. Koude blauwe handen, niet meer in staat te kunnen slapen, haaruitval, geen energie meer. Ik at nauwelijks nog iets en als ik iets at dan kauwde ik er enkel op en slikte het niet door nadien maar spuugde het stiekem uit. Anorexia Nervosa had me in haar macht en ik wist het op dat moment nog niet . Ik was amper 12 jaar en ik wilde niks meer consumeren, zelfs geen water meer. Ik voelde me wel goed, want ik had controle over wat ik deed, ik had een houvast. Het was de enige houvast die ik had.

Lang duurde het, voor mijn ouders eindelijk ingrepen. Toen ik in de zomervakantie opgenomen werd in het ziekenhuis zeiden de dokters dat ik geluk had dat ik nog leefde en zou sterven als ik niet meteen begon te eten.  Dus ik at, ik was blij dat ik eindelijk lekker eten kreeg, iets dat ik thuis nauwelijks nog kreeg, maar ik wilde niet teveel eten want ik dacht dat ik ging opzwellen en op één week tijd 5 kilo ging bijkomen. Eerst kwam ik goed bij maar na een paar weken bleef ik hangen ondanks dat ik terug bijna normaal at. Ik was er niet graag en wilde er weg, maar ik was ook niet graag thuis. Ik zat er een maand en kwam niks meer bij. Toen ik eindelijk hoorde hoeveel ik moest wegen om naar huis te mogen begon het, ik begon te vreten want ik wilde daar weg. En het lukte me om naar huis te mogen net voor het nieuwe schooljaar begon, maar ondertussen had ik boulimia ontwikkeld. Ik ging niet meer terug bij dokters want mijn ma vond dat te duur en te ver. Ik hoor haar zo nog zeggen toen ik naar huis mocht “Weet je wel hoeveel dit me gekost heeft?”. Ze was gewoon geobsedeerd door geld, zelfs op gezondheid stond een prijs bij haar. En ze zag ook niet wat ik had, ze ging beweren dat ik enkel een appel at, terwijl half haar keukenkasten waren leeg geroofd door mij. Dokters geloofden alleen haar en daarom wilde ik ook niet terug. Na een daling van mijn gewicht steeg het terug, door het vreten en ik werd weer de mollige meid van voordien, maar doordat ik een aantal jaar nadien ook begon te bewegen naast mijn vasten (braken deed ik niet), kreeg ik een mooi normaal lichaam. Ik had echter nog steeds boulimia. Toen al 4 jaar.

Op mijn 17e leerde ik mijn eerste vriend kennen, maar die had een half jaar met mijn voeten gespeeld en me nadien harteloos gedumpt omdat hij zich niet kon binden. Ik gaf mezelf de schuld en zat net mijn eerste jaar op kot. Universitaire studies waren te moeilijk en ik stopte ermee en toen heb ik een half jaar gewoon thuis gezeten omdat ik pas in september erna hogeschool mocht beginnen. Ik was terug beginnen afvallen want ik at steeds minder in een vreetbui, ik voelde me terug goed. Ik zag er beter uit, klaar voor een nieuwe relatie en die kwam er ook, net voor ik begon met hogeschool.

Mijn huidige vriend heeft me altijd gesteund. Van in het begin had ik hem verteld dat ik een eetstoornis had gehad, maar hij wist toen nog niet dat ik ze nog steeds had. Alles was goed in mijn leven, nieuwe studies, nieuwe vriend en ik moest niet meer terug naar mijn familie want ik kon bij mijn vriend gaan elk weekend. Hij was zo lief, maar anorexia nervosa maakte me zo koppig. Ik was afgevallen en zijn moeder sprak er me op aan. Zijn lieve blik veranderde in een bezorgde en de pogingen van hem en zijn ouders om me te helpen bij te komen mislukten keer op keer. Ik werd weer extreem mager en mijn vriend werd afstandelijker. Hij kon er niet mee om, maar is me wel blijven steunen ondanks het feit dat hij mijn lichaam niet meer aantrekkelijk vond.

Hij deed me beseffen dat ik sterker moest zijn, maar ik zat niet graag op kot en mijn ouders vielen me nog steeds lastig en ik miste hem zo hard als ik niet bij hem was. Bij hem kon ik wel normaal eten, maar elders niet! We zouden gaan samenwonen en ik beloofde hem dat ik dan goed zou kunnen bijkomen, iets dat nog niet lukte toen ik een maand bij hem en zijn ouders had gewoond net ervoor. Door mijn studies wist ik alles over voeding en het nut ervan en ik was zeer begaan met mijn gezondheid. Ik ging mijn voedingspatroon objectief bekijken en besefte: dit is onvoldoende om gezond mee te kunnen zijn!! Dus ik paste mijn voedingspatroon aan en ging meer en gezonder eten en zo kwam ik bij, zonder me druk te maken over de kilo’s die erbij kwamen. Ik bewees aan mijn vriend dat ik sterk was en dat ik AN onder controle had en niet zij mij. Ik at terug normaal en kon terug genieten van lekker eten, maar mijn gewicht steeg niet voldoende meer. Ik kreeg terug problemen met mijn vriend want hij vertrouwde me niet als ik zei dat ik wel genoeg at. Dus we gingen naar de dokter want ik had geen normale stoelgang meer.

Ik bleek besmet te zijn met een amoebe die ik had opgelopen op reis. Dat verklaarde het moeilijk bijkomen, maar eens die weg was bleef het moeilijk gaan. Ik voelde me zo onbegrepen, want iedereen dacht dat ik niet goed at en daardoor niet bijkwam, iedereen dacht dat ik nog steeds een eetstoornis had terwijl die ondertussen al meer dan een half jaar weg was, mentaal weliswaar. Onderzoeken bleken normaal te zijn en een jaar later kreeg ik de diagnose: prikkelbare darm syndroom. Nu ben ik 22. Mijn stoelgang is nog steeds niet normaal en ik heb nog een halve kilo ondergewicht waardoor bepaalde dingen in mijn lichaam nog steeds niet goed zijn. Haaruitval en koud hebben is, hoewel het sterk verminderd is, nog steeds aanwezig. En in mijn bloed is enkel mijn hormonenspiegel nog niet zo goed. Aangezien mijn vriend en ik nu een kindje willen is dat weer een barrière in ons geluk, maar nu vervloek in die eetstoornis niet ervoor, maar mijn darmen. En ik ben gelukkig nu, ik kan genieten, mijn vriend heeft me leren genieten en leren het verleden loslaten. En als er moeilijkheden in mijn leven zijn nu, dan kan ik er mee om. Ik kan vechten en ik hou vol in moeilijke tijden en als mijn vriend nu zegt “Alles komt wel goed, schat”, dan weet ik ook dat ik hem kan geloven. Mijn kennis over voeding en mijn wil om te genezen en om te bewijzen dat ik genezen ben, gecombineerd met zijn steun hielpen mij doorheen mijn eetstoornis. En als er nu nog mensen zijn die me niet geloven, wel die kunnen de boom in, want ik weet dat het voorbij is, ik ken de waarheid en dat is voor mij het belangrijkste! En ik weet dat alles goed komt, al moet ik er heel hard voor werken, alles komt altijd goed. Misschien niet exact hoe ik het wil, maar wel aanvaardbaar goed!

Anonym

Geen opmerkingen: