'Zolang ik er als een kind uitzie, hoef ik
niet sterk te zijn'
Auteur: Griet
Plets
Kwam anorexia vroeger
vooral bij 16- tot 18-jarigen voor, dan schuift de gemiddelde leeftijd almaar
meer richting 14 op. En hoe jonger de patiënten, hoe groter de gevolgen: de
groei stopt, de menstruatie valt stil, botontkalking begint. Vroeg ingrijpen is
dus van levensbelang, maar voorlopig kunnen jonge patiënten maar op één plek
terecht: de afdeling Eetstoornissen van de Universitaire Kinder- en
Jeugdpsychiatrie in Antwerpen. De Standaard ging kijken hoe zij weer grip op
hun leven proberen te krijgen.
'Is jouw hart neig
gekrompen?' Monica vraagt het achteloos, en zo klinkt ook het antwoord van
Filip. 'Toch wel', zegt die. 'Er zit ook vocht rond. En ik heb last van mijn
gewrichten.' Ter illustratie staat hij uit de zetel op en buigt een paar keer
door de knieën; alles kraakt, alsof hij een man op leeftijd is.
Het is maandagochtend,
halftien, en officieel 'rust' op de afdeling Eetstoornissen van de
Universitaire Kinder- en Jeugdpsychiatrie Antwerpen (ZNA UKJA). Voor vijf van
de negen patiënten betekent dat ook letterlijk 'platte rust': zij liggen,
verplicht, op ligbanken in de woonruimte, in pyjama, hun standaardoutfit hier.
Alleen een boek of een iPod is toegelaten. Bewegen niet, daarvoor zijn ze nog
te zwak.
Anders is dat voor de
drie 'P2-patiënten': zij zitten al in 'programma 2', jargon voor 'vijf kilo of
minder onder hun minimaal gezond gewicht' (MGG). En dus mogen ze ook wat meer
dan de P1-patiënten. Gewoon in de sofa zitten, bijvoorbeeld. Op hun laptop
muziek of Facebook checken. En keuvelen, natuurlijk, over al die dingen die
tieners beroeren, maar vooral toch over dat ene, dat hun leven beheerst: hun
gewicht.
'Ik woog 34 kilo toen
ik hier werd opgenomen', vertelt Filip, net veertien en de enige jongen in het
gezelschap. 'Ik weet het nog goed: ik ben hier op een zaterdag op de spoed
binnengebracht. Ze hebben me daarna nog even naar huis teruggestuurd, maar op
maandag - 't was Valentijn - ben ik definitief opgenomen. Eerst op pediatrie,
daarna bij Eetstoornissen.'
Hij rekent het even
uit: donderdag zit hij hier precies honderd dagen, of drie en een halve maand.
'Zo lang al', zegt Monica, ook veertien, verwonderd. 'Ik zit hier pas twee
weken.' Maar hij staat ook al verder, reageert Filip. En hij zat veel dieper
toen hij hier aankwam: 'Ik had twaalf kilo ondergewicht, jij maar zeven.'
Eigenlijk was hij al
in april vorig jaar bij de huisarts geweest, omdat hij toen al - hij was twaalf
- vijf kilo vermagerd was. Maar de huisarts zag het probleem niet, en ook de
psychologe bij wie hij sinds augustus in therapie was, dacht dat het zo wel zou
lukken. 'Soms denk ik: als mijn ziekte toen al was opgemerkt, dan zat ik hier
niet meer. Maar ik ben blij dat ik hier terechtkon. Ik heb echt gedacht dat ik
er nooit meer uit zou raken. Maar hier móét je wel, de rest van de groep stuwt
je voort.'
Blauwe handen
Het is intussen warm
geworden buiten, en de drie kwartier rust zit erop, dus wil de groep graag even
de tuin in. Maar ook daarvoor is toestemming nodig: want hebben ze het fris,
dan verbruiken de patiënten te veel energie.
'Weet je dat ik in de
winter altijd drie of vier kousenbroeken aantrok om het toch maar warm genoeg
te hebben', zegt Monica terwijl ze aan de tuintafel gaat zitten. 'Mijn schoenen
knelden omdat ik zoveel kousen aanhad. Soms vroren mijn tenen er bijna af. En
al die leerkrachten die per se het venster wilden openzetten!'
Vicky, zestien, zegt
dat ze altijd blauwe handen had. En Filip maakt zich zorgen over de
donshaartjes op zijn rug en zijn gezicht: of hij die moet scheren. Hoeft niet,
zegt Tine, een stagiaire. 'Die gaan vanzelf weer weg als je meer gaat eten.'
Het is typisch voor
anorexia op jonge leeftijd, zal psychiater Annik Simons later zeggen. Net omdat
de patiënten nog in volle groei zijn, heeft hun ziekte zoveel consequenties.
'Vandaar dat we hen niet alleen mentaal, maar ook fysiek heel nauwgezet
volgen', zegt Simons. 'Bij hun opname worden ze volledig onderzocht en wordt op
radiologie de leeftijd van hun botten bepaald. En als ze hier eenmaal zijn,
worden ze elke dag in “het kotje, gewogen en gecheckt op bloed, urine, pols en
temperatuur. Maar evident is het niet. Voor een meisje van dertien zijn
vruchtbaarheidsproblemen nog veraf.'
Nochtans ondervinden
de jongeren de gevolgen van hun ziekte elke dag. Monica kreeg in november voor
het eerst haar regels, maar daar is het bij gebleven: 'Bij iedereen hier vallen
de maandstonden weg.'
Ook over hun groei
zijn ze realistisch. 'De meesten van ons zullen niet meer groeien', denkt
Filip. 'Mijn foto zei dat ik de botten van een twaalfjarige heb. Ik heb
gisteren voor het eerst in vier maanden een wandelingetje gemaakt en vandaag
heb ik last van mijn knieën. Normaal gaat wandelen automatisch, maar dit keer
moest ik echt over mijn stappen nadenken. En zeggen dat ik vroeger fanatiek aan
voetbal deed. Of met gemak zestig kilometer fietste.'
Het is iets wat hun
allemaal lastig valt: dat intensief sporten niet meer kan - of mag. Vicky was
bezeten van tennis, Marie van dansen en haar fiets. 'Dat vind ik zo ambetant
hier', zegt ze op z'n West-Vlaams - ze is van Kortrijk, maar kon, met haar
dertien jaar, alleen in Antwerpen terecht. 'Dat je zoveel moet rusten hier. En
dan die rolstoel waarmee we ons buiten de leefgroep móéten verplaatsen. Dan
voel ik me pas echt gehandicapt.'
Twee klokken
En toch. Het
allermoeilijkste blijft het eten, zo blijkt even later bij het middageten. Zo
gemoedelijk als de sfeer de hele ochtend was, zo kil wordt ze plots aan tafel.
Als er al wat gezegd wordt, gaat het over het eten. Of over de timing ervan,
want die is scrupuleus. Twintig minuten krijgen ze, van 13 uur tot 13.20 uur.
Wie dan niet klaar is, veroorzaakt meteen 'verschuiving' voor de hele groep:
een inkorting van de dag, en dus ook het bezoekuur, met een vol kwartier. In de
plaats komt een gesprek, met tips voor de maaltijd, maar het blijft een 'straf'
die iedereen wil vermijden. En dus wordt geheid over het startschot gekibbeld -
'we waren toch om 13.01 uur begonnen?' - en wordt constant naar de klok gelonkt
- er hangen er zelfs twee, een gewone en een digitale.
Maar hoe motiverend
ook, het schrikbeeld van een verschuiving werkt niet bij iedereen. Amber heeft
na een kwartier amper een vierde van haar maaltijd op. Ze draait wel
voortdurend met haar vork, maar stopt zelden iets in haar mond. Het gaat zo
traag dat verpleegster Martine haar een extra waarschuwing geeft: als ze alles
straks in één keer naar binnen moet proppen, is het sowieso verschuiving,
tijdig klaar of niet. En dus is het plots afgelopen met de stilte rond de
tafel: het regent aanmoedigingen, smeekbedes zelf. Of Amber alstublieft voort
kan maken, want een verschuiving wil toch niemand?
Het meisje zwijgt,
maar om 13.19 uur is ook haar bord leeg. Een zucht van opluchting gaat door de
groep, al blijkt die al snel van korte duur. Want de activiteit in de namiddag
is koken, of toch voor de helft van de groep. Terwijl de anderen in hun werkmap
bezig zijn, een bundel oefeningen over hun ziekte, maakt de 'kookgroep' het
dessert voor vanavond klaar: American cookies, met chocolade, suiker en flink
wat boter. Alles wat deze tieners het liefst willen mijden.
Maar sjoemelen is geen
optie, want verpleegster Nicole houdt alles in de gaten. Dat er best nog wat
meer suiker in het mengsel mag, zegt zij. En dat één groep ooit baklava zónder
suiker had gemaakt. Expres? wil Monica weten. Tuurlijk, zegt Nicole. 'Tja, dat
is wellicht wat onze aard', geeft Monica ootmoedig toe. 'Ik hou ook niet van
die geuren en ingrediënten. Maar ik probeer er niet bij na te denken.'
De jongeren weer
anders naar voedsel laten kijken, dat is de opzet, zegt Nicole. 'Vooral vetten
en suikers liggen moeilijk. Er branden hier geregeld koekjes aan omdat er te
weinig vet in zit. Of neem een simpele boterham met choco. Vaak geloven ze
oprecht dat die hen - minstens - één kilo dikker maakt. Tot we hen erop wijzen
dat heel veel mensen dagelijks zo'n boterham eten. En dat die dus op weekbasis
zo'n zeven kilo dikker zouden worden. Dán zien ze het vreemde van hun
redenering in. Maar anorexia is een erg hardnekkige ziekte. Je moet met kleine
stapjes tevreden leren zijn.'
Brede heupen
Dat blijkt ook de dag
erop, tijdens de zogenaamde videosessie: een opname van elke 'nieuwkomer' in bikini
of zwembroek, die daarna met de groep wordt bekeken en besproken. Vandaag is
Monica aan de beurt, en ze is doodnerveus voor wat ze zo dadelijk te zien zal
krijgen. De opname, vóór het ontbijt, viel nog mee, maar als Karine, de
therapeute, de eerste beelden laat zien, krimpt Monica haast als een kind
ineen. Ook ik schuifel ongemakkelijk bij de aanblik van dat meisje dat zich
letterlijk blootgeeft, en wel voor zeven andere tieners. Maar rond de tafel
geeft niemand een kik: niet één die niet voelt wat Monica nu voelt.
Of ze kan beschrijven
wat ze ziet, vraagt Karine zacht. Haar buik, klinkt het meteen, en haar heupen.
'Ik vind dat ik brede heupen heb. En mijn buik is echt erg.' 'Ook als de camera
wat uitzoomt?' wil Karine weten. Misschien iets minder, geeft Monica
schoorvoetend toe. 'Dan zie ik vooral mijn ribben, die steken wel uit, ja. En
mijn lange benen, en magere armen. Maar toch: die buik, die stoort me
vreselijk.'
'Was je je buik aan
het intrekken?' vraagt Filip even later, als ook de groep zijn zeg over de
video mag doen. 'Want ik zag echt niets, behalve een gat. En je maag en darmen
moeten toch ergens zitten?' Ook Nadia vindt dat er niets te zeggen valt, want
'er is simpelweg geen buik'. Zoals er ook nauwelijks heupen zijn: 'Je lichaam
gaat haast helemaal rechtdoor. En zelfs als er heupen waren, dan is dat gewoon
hoe jij bent gebouwd. Je kunt die toch moeilijk weer in je lichaam proppen?'
Monica knikt, maar als
ze zichzelf daarna op een schaal van tien figuurtjes moet plaatsen - van 1
(heel mager) tot 10 (vrij mollig) - kiest ze als enige voor 5, de rest gaat
resoluut voor 1. 'Gek toch', zegt Karine, 'dat de rest jou zo anders ziet dan
jij jezelf. Kijk eens naar de dijen van figuurtje 5, die komen tegen elkaar.
Zie jij dat op jouw video? Nee, toch? Dat is wat anorexia met je doet. Je
gevoel zegt iets anders dan je blik. Maar wat je zíét, is de realiteit, niet
wat je vanbinnen denkt en voelt.'
Perfectionisten
Na de video vraagt
Amber zich af waarom niemand die oefening weigert: ze zijn in principe toch
niet verplicht? Klopt, zegt verpleegster Cathy, maar geldt dat niet voor elke
therapie: waarom eraan beginnen als je toch niet meedoet?
'Ik wil niet mijn hele
leven zo voortdoen', zegt Monica, die nog wat van 'haar' oefening moet bekomen.
'Ik wil weer van het leven genieten. En tegelijk wil ik toch het liefst zo
blijven. Omdat ik dan op z'n minst mager ben.'
Ik vraag de jongeren
hoe hun anorexia begonnen is. Doordat ze veel te veel hobby's had, zegt
Liesbeth, zeventien en de enige bij wie het met boulimie is begonnen. 'Fitness,
badminton, gitaar, mijn paarden, fotografie... Ik deed het allemaal, of dat wou
ik toch. Wat natuurlijk niet haalbaar was. Dus at ik alles wat ik kon vinden,
mijn manier om m'n stress te uiten. Waarna ik me vies en slecht voelde, en
alles er weer uit moest.'
Het blijkt een kenmerk
van veel anorexiapatiënten: een ongeziene drang naar perfectionisme, en
tegelijk een grote onzekerheid, zeker op school. Verschillende jongeren noemen
de overgang naar het middelbaar als mogelijke oorzaak. 'Bij mij is het toen
begonnen', zegt Marie. 'Ik wou er absoluut niet opvallen, daar was ik te
verlegen voor. Eigenlijk wou ik onzichtbaar zijn, zo mager dat ik onzichtbaar
werd.'
Angst om volwassen te
worden, het is wat deze jongeren elk op hun manier beroert. Tieners als alle
andere, maar lichamelijk nog een kind, of dat willen ze toch. Ook in de
beruchte 'touwoefening', wat later op de middag, worstelen ze ermee. Of ze met
een touw op de grond de omtrek van een voorwerp kunnen vormen, vraagt Karine.
Borden, flessen, hoepels, haast iedereen schat die juist in. Tot ze op de grond
de omtrek van hun eigen middel moeten leggen. Plots zijn de cirkels compleet
buiten proportie. Als ze daarna hun middel mogen meten, blijkt hoe ver ze
ernaast zitten. Amber past anderhalve keer in haar cirkel, Nadia twee keer,
Marie zelfs twee en een halve keer. Alleen Filip heeft zichzelf behoorlijk
ingeschat - hij heeft dan ook al wat ervaring met de oefening.
Vooral Nadia kan met
moeite geloven dat ze echt zo mager is. 'Zo voel ik me helemaal niet.' 'Nee, zo
voel je je niet', zegt Karine, 'maar je gevoel zegt iets anders dan de
realiteit. Gebruik je verstand. Zit er niets onder die dikke lagen, diep in
jou, dat denkt: dit klopt?'
Kinderlichaam
Nadia knikt, maar
onderweg terug naar de leefgroep is haar frustratie groot. 'Met voorwerpen kan
ik het wel, waarom dan niet met mezelf?' Ik vraag haar hoe lang ze al in
Antwerpen is. Een dikke maand, zegt ze, maar haar gevecht met anorexia gaat
veel langer terug.
'Op mijn vijftiende
ben ik naar een ander centrum gestuurd, maar dat werkte niet voor mij. Je moest
er gemotiveerd zijn, en dat was ik als puber absoluut niet. Ik heb me er in
geen tijd “buitengegeten,, maar ik ben ook even snel hervallen. Zozeer zelfs
dat ik uiteindelijk met een overdosis op de spoed ben beland.'
Hier in Antwerpen lukt
het stukken beter, vertelt ze. Door de vele individuele hulp, maar vooral ook
door de druk van de groep. 'Als de anderen gemotiveerd zijn, denk ik altijd: ik
kan het ook. Maar die touw- en video-oefeningen vind ik vreselijk. Ik doe mijn
best, hoor, maar het dringt precies niet door. Ik zit vast in mijn
anorexiawereld, ik weet niet langer wat normaal is.'
Ik vraag haar
voorzichtig hoe het zo ver is kunnen komen. Ze lijkt me erg verstandig, en ze
verwoordt alles zo goed. 'Ik heb dan ook al jaren therapie achter de rug', en
plots is daar een glimlach op haar frêle gezicht - heel even. 'Ik denk dat mijn
ziekte als een bescherming voelt voor mij. Ik heb veel meegemaakt, en als je
broos en breekbaar bent, durven mensen je niet zo snel te kwetsen. Ze blijven
op een afstand, waardoor ik in mijn eigen wereld kan leven. Eigenlijk ben ik
bang om vrouw te worden, want een vrouw moet sterk zijn, die moet er staan, dat
heb ik bij mijn mama gezien. Mijn ouders zijn gescheiden en zij heeft alles
alleen gedaan. Zelf ben ik niet zo dapper, vrees ik. Maar zolang ik er als een
kind uitzie, hóéf ik dat ook niet te zijn. Al weet ik best dat ik de strijd
nooit kan winnen: bot is bot, die heupen krijg ik nooit meer weg.'
Ik schrik van haar
woorden, begrijp plots wat de verpleegsters bedoelen als ze anorexia
'hardnekkig' noemen. Gelukkig is er op de leefgroep ook goed nieuws. Filip gaat
goed vooruit en mag in juli wellicht naar huis. Dan kan hij met zijn ouders en
zus nog op vakantie mee. En Monica heeft voor de tweede keer haar P2-gewicht
bereikt. Nog één dag volhouden en ze mag voortaan al op vrijdagavond, en niet
pas op zaterdag, naar huis.
Ik neem afscheid van
de groep, wens hen veel succes, maar vóór ik vertrek, vraag ik Nadia nog hoe ze
haar toekomst ziet. Ze lacht, en zegt dat in hun werkmap ook zo'n vraag wordt
gesteld: waar ze zichzelf over vijf jaar zien. Het is heel simpel, zegt ze
nuchter. 'Ofwel heb ik de ziekte overwonnen. Ofwel heb ik me verder uitgehongerd,
tot de dood. Iets daartussen is er niet. Maar ik hoop dat er nog een toekomst
is voor mij. Dat mijn anorexia het niet haalt.'
De namen in dit
artikel zijn vanwege de privacy veranderd.
Bron: De
Standaard, 4 juni 2011
Geen opmerkingen:
Een reactie posten